…Op de ‘Groningen’ hadden we B. v/d Velden als kapitein, een typische man met een gevoelig hart.
Een sociaal mens.
Hij lag, terwijl we door de Indische Oceaan voeren, op het schavotje te zonnen en verbrandde bijna levend.
Die man zag er daarna uit als een gekookte garnaal.
Hij was van zichzelf ook wat rossig.
Iedere zaterdagmorgen maakte hij, gewapend met een zaklantaarn, zijn rondje door het schip.
De ’Kwinkslag’ noemden wij dat.
De man controleerde of het in de verblijven allemaal proper was.
Dan kwam hij aan je tafeltje in je hut zitten en vroeg belangstellend naar je wel en wee en hoe het thuis was.
Ondertussen keek hij verlegen naar een foto van mijn vrouw.
Maar aan één ding nam hij toch aanstoot: de ‘Playboy’ uitvouw pagina’s.
Dat blad werd aan boord stukgelezen/bekeken en menig hutje werd met deze dames behangen.
De tekeningen van Alberto Vargas (1896-1983) vond ik veel mooier.
Als je de vrouw zo kan tekenen!
Het was mogelijk tegen zijn geloof en ik moest ze maar verwijderen.
Toen ik argumenteerde dat die platen ‘artistiek’ verantwoord waren.
Dat die ‘Playboy- en Varga Girls’ wat kleur in het toch sombere hutje brachten!
Zo had hij het niet bekeken: ze mochten blijven hangen!
Geef een reactie